O.L.V. van de Rozenkrans & Albertus de Grote
Gelegen aan de rand van de mooie wijk Blijdorp is onze kerk het eerste opvallende gebouw dat je ziet, komende van de A13 of A20.
Bezoekers van de vieringen op zaterdagmiddag komen hier vaak al tientallen jaren en kennen elkaar van haver tot gort. Geven aandacht aan elkaar en hulp als dat nodig is. Kennen ook de diverse priesters en paters die hier langere of kortere tijd werkzaam waren.
Nu de wijk aan het ‘verjongen’ is hopen wij dat ook deze nieuwe bewoners deel uit willen maken van onze geloofsgemeenschap. Vrijwilligers zorgen voor allerhande zaken, van bloemengroet bij ziekte tot een liturgiegroep tot het zetten van de koffie na afloop van de diensten.
een kerk die deel uitmaakt van de wijk en haar bewoners
De wereldwinkel is met ingang van 2020 gesloten. Van de winst hebben vele goede doelen in de loop der jaren geprofiteerd.
Een kerk waar je je thuis voelt!
Wat is de betekenis van Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans?
Onze-Lieve-Vrouw van de Heilige Rozenkrans is in het katholieke geloof een titel van de Heilige Maagd Maria, die de relatie tot het bidden van de rozenkrans benadrukt. Het is tevens de naam van een feestdag op 7 oktober, waarop Maria onder de titel van Onze-Lieve-Vrouw van de Heilige Rozenkrans wordt vereerd als de beschermster van de christenheid. Het (gezamenlijk) bidden van de rozenkrans wordt beschouwd als krachtig middel van de gelovigen om onder andere te vragen om deze bescherming van Maria, zowel persoonlijk als voor heel de Kerk.
In 1571 stelde paus Pius V het feest van Onze-Lieve-Vrouw van Overwinning in, als een jaarlijkse gedachtenis van de katholieke overwinning op de Ottomanen in de slag bij Lepanto. Deze overwinning werd toegeschreven aan de hulp van de Heilige Maagd, omdat men op diezelfde dag een rozenkransprocessie hield op het Sint-Pietersplein te Rome, om Maria's hulp in te roepen voor de Heilige Liga bij het tegenhouden van de Ottomaanse invasie van Europa. In 1573 veranderde paus Gregorius XIII de naam van de feestdag in Feest van de Heilige Rozenkrans omdat de overwinning bij Lepanto bijzonder te danken was aan het bidden van de rozenkrans. In 1716 plaatste Paus Clemens XII het feest in de rooms-katholieke heiligenkalender op de eerste zondag van oktober en verspreidde het zo over de gehele Latijnse kerk. Paus Pius X veranderde de datum in 7 oktober in 1913, als onderdeel van zijn werk om de viering van de liturgie van de zondagen te herstellen. In 1969 gaf paus Paulus VI het feest zijn huidige naam: het feest van Onze-Lieve-Vrouw van de Heilige Rozenkrans.
De benaming verwijst naar het rozenkransgebed. Dit is, volgens veel christenen, een krachtig gebed en het wordt dan ook door velen dagelijks gebeden. De geschiedenis van het rozenkransgebed gaat volgens de traditie terug op een Mariaverschijning in 1208 aan de heilige Dominicus, in de kerk van Prouille in Frankrijk.[1]
De Onze-Lieve-Vrouw van de Heilige Rozenkrans is een patroonheilige van verschillende plaatsen over heel de wereld en Maria del Rosario is een veelvoorkomende Spaanse naam voor vrouwen. Rosario is ook een, eerder Italiaanse, mannelijke voornaam.
Bron: Wikipedia
Wie was Albertus de Grote?
Albertus de Grote ofAlbertus Magnus (Lauingen, Zwaben, ca. 1200 – Keulen, 15 november 1280) is een heilige in de Rooms-Katholieke Kerk. Tijdens zijn leven was hij een Duitse filosoof en theoloog. Albertus Magnus werd Doctor Universalis genoemd als erkenning voor zijn grote kennis op alle wetenschapsgebieden.
Leven
Albertus werd enige tijd voor 1200 in Lauingen geboren als de oudste zoon van Markward von Lauingen, die mogelijk deel uitmaakte van de lagere dienstadel van Hohenstaufen. Over Albertus' vroegste jeugd is niet veel bekend. Hij ging naar de universiteit van Padua om de vrije kunsten te studeren. Hij trad hier in 1223 in bij de Dominicaner Orde, na onder de indruk te zijn geweest van de preken van Jordanus van Saksen, de opvolger van de stichter van de orde (Dominicus Guzman). In Padua en in Bologna vervolgde hij zijn theologiestudie en vanaf 1228 gaf hij in de kloosters te Regensburg, Freiburg, Straatsburg, Hildesheim en Keulen onderwijs in de theologie. De communiteit van Keulen stuurde Albertus in 1243-1244 naar Parijs, waar hij kennismaakte met het gedachtegoed van Aristoteles en Averroës. In 1247 behaalde hij daar de graad van magister in de theologie en doceerde met veel succes. Onder zijn gehoor was zijn medebroeder Thomas van Aquino, die Albertus in 1248 naar Keulen volgde, waar Albertus de leiding kreeg van het nieuwe Studium Generale van de Dominicanen.
In Keulen doceerde hij vooral de filosofische en natuurwetenschappelijke werken van Aristoteles en gaf Keulen zo de reputatie van centrum van de wetenschap. Tussen 1254 en 1257 was Albertus provinciaal van de Duitse provincie der Dominicanen. In deze tijd hield hij zich onder andere bezig met de verdediging van de Dominicanen tegen de aanvallen van de Parijse Faculteit en de fouten in het werk van de Berberse filosoof Averroës. Albertus was een vaardig bemiddelaar bij geschillen. Er zijn twintig geschillen bekend waarin hij bemiddelde. Drie conflicten tussen de stad Keulen en de aartsbisschop van Keulen regelde hij met succes. Paus Alexander IV riep Albertus in 1256 naar Rome om bij een geschil op te treden en benoemde hem in 1260 tot bisschop van Regensburg. Dit ambt behaagde Albertus niet, maar hij reorganiseerde de stedelijke instituties (in feite richtte hij iets op dat lijkt op een moderne bureaucratie) en toen hij dat op orde had en nadat paus Urbanus VI aangetreden was, vroeg hij in 1262 om ontslag. De paus verleende dit en gaf hem de opdracht Duitsland en Bohemen op te roepen tot het houden van een kruistocht (de Achtste Kruistocht).
Tussen 1264 en 1267 woonde en doceerde Albertus in Würzburg en Straatsburg. In 1270 keerde hij definitief terug naar Keulen in het klooster van de Dominicanen, waar hij de laatste jaren van zijn leven vooral wijdde aan onderricht en studie. In 1274 nam hij deel aan het Tweede concilie van Lyon. Na de dood van zijn oud-leerling Thomas van Aquino op 12 maart 1274 verdedigde hij diens werk tegen critici.
Verering
Zijn stoffelijke resten bevinden zich in de crypte van de Sint-Andreaskerk te Keulen. In 1622 werd Albertus door paus Gregorius XV zalig verklaard. De heiligverklaring vond plaats op 16 december 1931 door paus Pius XI. Deze paus benoemde hem tegelijk tot kerkleraar en patroonheilige van de wetenschap.
Zijn werken
Het is niet eenvoudig om een lijst van Albertus' werken te geven. Al in de late Middeleeuwen verschenen er de nodige werken onder zijn naam die echter niet van zijn hand zijn. De moderne editie van zijn werken gaat zo'n zeventig delen beslaan.
Contacteer ons
Laat een berichtje voor ons achter